Blogopmaak

Aan de leden van de vaste commissie Financiën van de Tweede Kamer.

mei 26, 2016

De onderstaande email is aan de leden van de vaste commissie Financiën van de Tweede Kamer gezonden en zal in de komende commissievergadering van 1 juni in behandeling worden genomen.

Aan de leden van de Vaste Commissie voor Financien van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 18 mei 2016

Betreft:

  • het door verzekeraars in stand houden van misstanden bij schadeafwikkeling
  • een voorstel tot het houden van een parlementaire enquete omtrent het ontstaan van de zelfregulering in de verzekeringsbranche (financiele sector).

Geachte heer /mevrouw,

 

Ons klachtenplatform heeft sinds haar oprichting -in 2010- geregeld aandacht gevraagd voor de rechtsongelijkheid, de partijdigheid en de afhankelijkheid in het verzekeringsbestel. Hierdoor worden namelijk al decennia de belangen van de onwetende consument bewust geschaad.

 

Door de aard en inrichting van het verzekeringsbestel blijft deze situatie onveranderd, met name omdat de sector door zelfregulering wordt bestuurd.

 

Onze acties waren gericht op de media, de vakpers, consumentenprogramma’s en op de CDA-fractie en aanvankelijk, toen wij nog uitgingen van de goede wil van verzekeraars, tevens op het Verbond van Verzekeraars. Echter al snel bleek dat deze organisatie slechts het eigen belang voor ogen heeft en dat deze organisatie is te kwalificeren als de slager die het eigen vlees keurt. Het is immers de belangenvereniging van en voor verzekeraars.

 

Daar de situatie in casu uitsluitend kan worden veranderd als het bestel wordt omgevormd en als de politiek inzake haar verantwoordelijkheid neemt, brengen wij een en ander nu wat uitgebreider onder uw aandacht, met het beleefde verzoek hieromtrent de minister van Financiën te bevragen. Bijvoorkeur niet –zoals dat is eerder gebeurd- de minister van Veiligheid en Justitie, daar de kwestie naar onze mening niet zijn portefeuille raakt.

 

Vorig jaar oktober heeft de minister (Veiligheid en Justitie) namelijk geantwoord op -door de heer P. Oskam van het CDA- gestelde vragen, omtrent contraexpertise. In kamerstuk 2015D44342 vindt u dit terug.

 

Wij vinden de antwoorden van de minister echter uiterst onbevredigend en niet de kern van de zaak raken, zij getuigen naar onze mening van naïviteit en ondeskundigheid. Wij komen hierop verder in deze brief terug.

 

Wij zijn sinds oktober 2015 nu 7 maanden verder, doch in de problematiek is, zoals helaas te verwachten viel, niets concreets veranderd. Nog steeds hanteren verzekeraars onrechtmatige voorwaarden en proberen verzekeraars af te dingen op het recht van de consument om bij schadeclaims gebruik te maken van een eigen deskundige (contra-expert). Zij manipuleren zelfs de wet met suggestieve interpretaties.

 

Het enige dat er in casu is veranderd is het gegeven dat verzekeraars nóg kritischer zijn geworden op de vergoeding van de rekening van de contra-expert, nu de minister expliciet heeft gemeld dat de redelijkheid van deze kosten van geval tot geval moet worden bekeken en dat de consument bij verschil van mening dan maar naar de rechter moet stappen.

 

De minister kon het met deze opmerking verzekeraars niet gemakkelijker maken, want nu, het was te voorzien, matigen verzekeraars zich aan dat zij wel even kunnen bepalen of de bestede tijd en het uurtarief van de contra-expert wel of niet redelijk is. Al even voorspelbaar is hun ‘oordeel’ en weigeren zij vervolgens om die reden deze kosten integraal te vergoeden. Zij weten dat de verzekerde het recht heeft om naar de burgerrechter te stappen maar zij weten ook dat in de praktijk geen enkele verzekerde dat doet, al helemaal niet bij een kleinere schade, waarbij de expertisekosten in verhouding nóg lager zijn. De verzekerde moet immers sowieso al de kosten van een rechtsgang voorfinancieren, maar bovendien weet hij de argumentatie van de verzekeraar doorgaans niet te beoordelen en dus ook niet te pareren. Verzekeraars kunnen dus nu achterover leunen. Naar onze mening is het daarom de hoogste tijd dat de wet in het belang van de klant wordt aangepast zodat de consument meer bescherming gaat genieten.

 

Al decennia is deze ongewenste situatie al aan de orde en verzekeraars wensen dat logischerwijs niet te veranderen. Zij hebben er geen enkel belang bij dat een verzekerde -door het inschakelen van een contraexpert of belangenbehartiger- op hetzelfde kennisniveau komt als dat van de verzekeraar. Immers, naast een hoger schadebedrag moeten zij dan óók de kosten van de contra-expert vergoeden. Verzekeraars veinzen echter dat zij geen problemen met contraexpertise hebben, zo ook in een uitzending van Radar.

 

Omdat de reactie van de directeur van het Verbond van Verzekeraars in de uitzending van 5 oktober jl.   http://www.radartv.nl/uitzending/archief/detail/aflevering/05-10-2015/schadeverzekeringen/   voor een grotere verwarring zorgde dan die er op dat punt reeds bestond, heeft Radar op 19 oktober jl. opnieuw aandacht aan het onderwerp gegeven. Vooral deze uitzending is belangrijk omdat zowel het Kifid (bij monde van haar bestuursvoorzitter Edgar du Perron) én een verzekeringsadvocaat een duidelijk standpunt hieromtrent innamen: de beperking van de kosten in polisvoorwaarden is onrechtmatig en de verzekeraars zouden daarom hun polisvoorwaarden aan de wet moeten aanpassen.   http://www.radartv.nl/uitzending/archief/detail/aflevering/19-10-2015/schadeverzekering-deel-2/

 

Echter in plaats daarvan hebben twee belangenverenigingen een rookgordijn opgetrokken met diverse publicaties:

 

  1. A) De grootste belangenvereniging van experts, het Nivre, heeft na de Radar uitzending van 5 oktober jl. op haar website een  persbericht ‘(on)duidelijkheid over contra-expertise’ gepubliceerd.

Het bericht bevat naar onze mening apert onjuiste informatie welke de verzekerde op het verkeerde been zet: “Contra-expertise is voornamelijk aan de orde bij property, dus bij brand-, auto- en scheepsverzekeringen en bij al deze categorieën verschillen de voorwaarden.”  ( https://www.findinet.nl/artikel/onduidelijkheid-over-contra-expertise/  )

 

Deze stelling is misleidend, daar de wet deze uitzondering (‘voornamelijk aan de orde bij….’ etc.)  helemaal niet maakt. Het -basale- recht op contraexpertise is bij ALLE schadeverzekeringen van toepassing, dus óók bij reisverzekeringen, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen of aansprakelijkheidsverzekeringen. Voorts zouden volgens het Nivre de voorwaarden van de diverse polissen verschillend zijn en bij auto-expertise zou contra-expertise voor eigen rekening komen. Dit is eveneens misleidend, daar het BW dat verschil niet maakt. Het BW stelt simpelweg dat bij schadeverzekeringen de redelijke expertisekosten ten laste van de verzekeraar komen. Daarvan mag bij consumenten niet worden afgeweken, aldus 7:963 BW.

 

  1. A) Het verbond van Verzekeraars heeft eveneens diverse publicaties op haar website geplaatst:

 

5  oktober 2015: “statement n.a.v. Radar over Contraexpertise”
9  oktober 2015: “5 vragen over contra-expertise”  en op
22 oktober 2015: “duidelijkheid over de vergoeding contra-expert”

In alle drie de publicaties, welke al even suggestief zijn opgesteld als het persbericht van het Nivre, geeft het Verbond zichzelf een dikke pluim. Het verzekeringssysteem zou voor het overgrote deel goed werken en ‘het Verbond zal met de eigen leden en het Nivre nagaan hoe men de informatie beter kan communiceren’.

 

Nota bene: decennia lang is de zaak bewust gecamoufleerd, maar nu de kwestie weer boven komt drijven belooft men ineens duidelijkheid, terwijl het Nivre zélf al in haar artikel toegeeft dat de zaak herhaaldelijk eerder aan de orde is geweest. Desondanks is de schadeafwikkeling in de afgelopen jaren niet wezenlijk veranderd. Verzekeraars en hun experts weten wel degelijk beter, maar willen gewoon niet. Hieromtrent hebben wij enkele dagen geleden een officiële klacht ingediend bij de Tuchtraad, maar in feite moeten de slagers hierbij hun eigen vlees keuren. Het Verbond moet nu immers oordelen over de eigen handelwijze.

 

Dat verzekeraars beter weten en zelfs bevolen zijn om de misstand te veranderen bewijst de rechtsvoorganger van het Kifid, de Ombudsman Schadeverzekeringen, die in zijn jaarverslag van 2002 (onder 4.7) ( https://www.kifid.nl/kifid/publicaties/jaarverslagen )  hiertegen heeft gewaarschuwd.

Wij citeren de Ombudsman:

“Mij verontrust het primair, dat gelaedeerden van het gekrakeel over buitengerechtelijke kosten de dupe worden, doordat zaken worden vertraagd of stilgelegd of doordat zij met een declaratie van een belangenbehartiger blijven zitten die niet door de verzekeraar wordt vergoed. Niettemin wil ik toch aandacht vragen voor de klachten van belangenbehartigers, al of niet rechtstreeks tot mij gericht, over de betaling door WA-verzekeraars van hun declaraties. Verzekeraars betalen bijvoorbeeld lagere voorschotten dan gevraagd, stellen betalingen uit tot de eindfase van de onder- handelingen of reageren in het geheel niet op declaraties. Op deze wijze met buitengerechtelijke kosten omgaan, leidt natuurlijk tot geschillen. Vooral het feit dat verzekeraars de beoordeling van de juistheid van declaraties tot soms enkele jaren na het indienen ervan uitstellen, roept conflicten op. ”  

 

Het gaat hier -letterlijk- om gelaedeerden (bij personenschade), maar uiteraard geldt het principe óók voor gedupeerden (bij goederenschade). Uit hetzelfde jaarverslag van het Kifid blijkt dat verzekeraars er al 20 jaar (!) geleden -in 1996- voor gewaarschuwd zijn dat er een rechtsongelijkheid bestaat tussen verzekeraar en de consument. Wij citeren artikel 4.5.1 van het jaarverslag 2002 van de Ombudsman Schadeverzekeringen, onder het kopje contra-expertise:

 

“Vaak is bepaald dat er niet meer kosten voor de contra-expertise worden vergoed, dan de kosten die voor de expertise in opdracht van de maatschappij in rekening zijn gebracht. Al in het jaarverslag over 1996 is geconcludeerd dat deze beperking met het principe van ‘equality of arms’ in strijd is. Omdat immers de tijdsbesteding en de inspanning voor de contra- expertise niet per definitie gelijk hoeven te zijn aan die voor de expertise in opdracht van de maatschappij, kan de diepgang van de contra-expertise door de begrenzing van de vergoeding worden belemmerd. Destijds al heeft de Ombudsman een pleidooi gehouden voor een bespreking van dit probleem tussen (de brancheorganisaties van) brandverzekeraars en expertisebureaus. Dit pleidooi heeft alleen maar aan belang gewonnen sinds verzekeraars en expertisebureaus afspraken over bulkschaden maken, waarbij de verzekeraars een zekere opdrachten-stroom garanderen en de expertisebureaus, naar ik mag aannemen, een scherpe prijs berekenen. Contra-experts die met deze prijs worden geconfronteerd, zullen niet snel een opdracht accepteren of deze wat tijdsbesteding en inspanning betreft slechts beperkt uitvoeren, want zij hebben geen zekerheid dat hun cliënten hen zullen bijbetalen. Deze ontwikkeling schaadt het principe van ‘equality of arms’ zeer. In een maatschappij met bewuste consumenten vind ik het dan ook een slechte ontwikkeling.”

 

Het is onthutsend om te moeten vaststellen dat deze problematiek dus al decennia speelt en een constante bron van narigheid is, maar dat verzekeraars daar niets mee wensen te doen, anders dan met het geven van loze beloften, zoals ook aan de minister gedaan. Dit blijkt uit het antwoord op vraag 8 van de heer Oskam: “Volgens het Verbond van Verzekeraars geven aangesloten verzekeraars aan dat zij zich aan de Gedragscode houden”.

 

De minister slikt dit voor zoete koek en neemt kennelijk genoegen met deze klinkklare leugen van het Verbond. Is de minister wel op de hoogte met de realiteit, dat hij dit zoethoudertje klakkeloos van een sluwe belangenorganisatie aanneemt? Uit de feiten en uit hetgeen wat het Kifid stelt blijkt immers niet al maanden, maar al tientallen jaren het tegendeel!

 

Waar het Kifid bij monde van haar bestuursvoorzitter Edgar du Perron in de Radar-uitzending van 19 oktober jl. (link 2) benadrukt dat verzekeraars hun polisvoorwaarden moeten wijzigen, komt het Verbond vrolijk met een eigen interpretatie van de problematiek, uitsluitend in het eigen belang. Men moet het lef maar hebben!

 

Dat verzekeraars ook bij andere verzekeringsproducten gewoon doorgaan met wanpraktijken, óók als zij door de Ombudsman zijn gewaarschuwd, blijkt uit de onderstaande conclusie uit het jaarverslag van 1999 van de Ombudsman. Hierin gaat het om misleiding bij uitvaartverzekeringen.

De Ombudsman stelt dat zijn pleidooi in zijn vorige jaarverslag, om wat dat betreft orde op zaken te stellen, bij verzekeraars geen enkele indruk heeft gemaakt en dat er niets is veranderd. Wij citeren:

“Op het gebied van de natura-uitvaartverzekering ben ik in het verslagjaar een aantal zaken tegengekomen waarin sprake was van wellicht goedbedoelde voorlichting door de verzekeraar die in de praktijk echter verwarrend, zo niet misleidend blijkt uit te pakken. De polisvoorwaarden waren bovendien mijns inziens zeer onduidelijk geformuleerd. Toen ik de maatschappij benaderde, kon die mij niet uitleggen hoe vorm en naam van de verzekering technisch in elkaar zaten, maar men was het uiteindelijk met mij eens dat een en ander voor de verzekerden niet te begrijpen was.  Het pleidooi in mijn vorige jaarverslag om deze garantieverzekeringen van overbodige franje te ontdoen en te beperken tot waarvoor zij zijn bedoeld, heeft kennelijk geen enkele indruk gemaakt. Ik heb moeten constateren dat er in dit opzicht niets is veranderd. Bestaande producten zijn over het algemeen gewoon gehandhaafd en nieuwe producten bieden ook weer dekking tegen schade door diefstal, beroving, vermissing, verlies en dergelijke. Althans, in beginsel, want voorwaarde voor dekking is meestal dat er geweld is gebruikt of dat er braaksporen aan de afgesloten verblijfplaats zijn geconstateerd. Veel voorkomende claims wegens bijvoorbeeld verlies of zakkenrollerij worden dan ook zelden gehonoreerd, terwijl de consument ervan overtuigd was dat hij ook voor deze schaden was verzekerd. Ik krijg dan ook legio klachten van mensen die zeggen zich misleid te voelen .”

 

Nota bene: In 1998 ervoor gewaarschuwd, in 1999 opnieuw, maar het heeft niets bij verzekeraars veranderd, want wij weten allemaal dat de branche opnieuw in opspraak kwam omdat zij in 2011 bij uitvaartverzekeringen in de fout ging. Zódanig, dat zelfs de trage AFM wel in beweging moest komen!   http://www.trouw.nl/tr/nl/4492/Nederland/article/detail/2927600/2011/09/26/AFM-Uitvaartverzekering-vaak-misleidend.dhtml

 

Aangaande de wanpraktijken bij verzekeraars noteren wij tenslotte nog de zogeheten woekerpolisaffaire, welke ook nu nog steeds verlammend werkt op de hele branche. Het probleem is ondanks alle beloften van verzekeraars nog steeds niet opgelost. En opnieuw wordt hier het klantbelang op grove wijze geschaad. Verzekeraars hebben hun tussenpersonen bij het verkopen van woekerpolissen verblind door hun riante beloningen in het vooruitzicht te stellen, waardoor het kon gebeuren dat er niet meer op het klantbelang werd gelet maar dat de klant juist werd uitgemolken!

 

De recidiverende handelwijze van verzekeraars zoals wij die in kort bestek hiervóór hebben benoemd raakt naar onze mening minstens twee basale zaken:

 

1) Het raakt in eerste instantie het kennis-evenwicht in de relatie verzekeraar-consument. Dit evenwicht is al decennia mijlenver zoek, met alle voordelige gevolgen van dien voor de verzekeraar, doch dit alles over de rug van de ondeskundige consument. Verzekeraars en hun experts (tot op directieniveau toe) schromen daarbij niet om hun klanten bewust te misleiden, of in gewoon Hollands: de kluit te belazeren. Van dit laatste hebben wij uiteraard de bewijzen. Via Google (“verzekeraarscriminaliteit”) kan men van een toelichting kennis nemen. Uiteraard kunnen wij de dossiers ter inzage geven waarin van aperte misleiding sprake is.

 

2) Het raakt tevens het belangrijkste in het verzekeringsbestel: het bestaansrecht van de zelfregulering, waarvan de negatieve effecten in de loop der jaren steeds meer zichtbaar zijn geworden. Naar onze mening is de zelfregulering er zelfs direct debet aan dat het imago van de branche jaar op jaar verslechtert, alle pogingen van verzekeraars ten spijt, dit imago op te poetsen. De zelfregulering creëert naar onze mening een vertekend beeld van verzekeraars en de verwante en afhankelijke- (expertise)bedrijven. Daarnaast blokkeert zelfregulering al jaren een effectief toezicht door toezichthouders. Aldus worden naar onze mening de opties om tot een klantgericht, eerlijk en evenwichtig verzekeringssysteem te komen, steevast geblokkeerd.

 

Ter toelichting verwijzen wij graag naar onderstaande links:

 

Uit de hele praktijk van het verzekeringsbestel blijkt dat het verzekeringssysteem, wat ooit ‘tot nut van het algemeen’ en onder het sociale motto ‘draagt elkanders lasten’ werd opgericht, door verzekeraars is omgevormd tot een commerciële melkkoe, waarbij verzekerden gedwongen worden om ieder jaar steeds meer te betalen om daarvoor telkenmale minder te ontvangen, zulks ten bate van de aandeelhouders en ter financiering van exorbitant hoge directiesalarissen. http://www.telegraaf.nl/dft/geld/experts/antonrietveld/22338728/__Graaicultuur_bij_verzekeraars__.html  .

In de schadeverzekering, maar ook in de zorg is deze zorgwekkende ontwikkeling evident. Men hoeft er het internet maar op na te slaan, de geschiedenis bewijst het.

 

Tevens blijkt al jaren, hoewel zelfs een leek dat al had kunnen voorspellen, dat het

systeem van zelfregulering in de branche volstrekt niet werkt. Nota bene de branche zélf heeft aangegeven daarin geen vertrouwen te hebben (zie link:  http://amweb.nl/news-1218322/monitoring-commissie-verzekeraars-geloven-zelf-nauwelijks-in-zelfregulering  ). Sterker nog, de toenmalige Minister van Financiën Wouter Bos gaf al in eind 2008 aan:  “Ik denk dat de tijd is gekomen dat we niet langer kunnen vertrouwen op zelfregulatie” (  http://www.rtlnieuws.nl/economie/minister-bos-geen-vertrouwen-zelfregulering-fin-markten  )

 

Wij gaven al aan dat de zelfregulering óók effectief en adequaat toezicht blokkeert. Dit heeft mede te maken met de draaideur-problematiek, waarvoor wij u naar de realiteit verwijzen via bijgaande links:

 

 

Ook ónze organisatie heeft gemerkt dat AFM een tandeloze, geldverslindende ongeïnteresseerde en -selectief- blinde tijger is die niet in beweging is te krijgen (Google: ‘slapende toezichthouder’).

 

De AFM gebruikt evenals verzekeraars schoonklinkende woorden: ‘ De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de onafhankelijke gedragstoezichthouder op de markten van sparen, lenen, beleggen en verzekeren. Wij bevorderen eerlijke en zorgvuldige financiële dienstverlening aan consumenten, particuliere beleggers en (semi-)professionele partijen. We zien toe op een eerlijke en efficiënte werking van kapitaalmarkten. Ons streven is het vertrouwen van consumenten en ondernemingen in de financiële markten te versterken, ook internationaal. Op deze manier draagt de AFM bij aan de stabiliteit van het financiële stelsel, het functioneren van de economie, de reputatie en de welvaart van Nederland.’  

Wij laten deze woorden van deze zich op de borst kloppende organisatie maar voor wat zij in de praktijk waard zijn gebleken: holle klanken.

 

Helaas is óók een instantie als het Kifid, nóch haar Tuchtraad aantoonbaar niet in staat geweest om verzekeraars in de afgelopen 20 jaar met succes te corrigeren, ondanks de taakomschrijving in haar reglementen en het citaat van haar voorzitter: ‘ Ons belangrijkste doel is ervoor te zorgen dat de leden van het Verbond van Verzekeraars zich zorgvuldig en fatsoenlijk gedragen. En dat de beroepsgenoten zich houden aan de regels van de beroepsethiek. De verzekeringsbranche heeft daar belang bij omdat klachtwaardig gedrag van één lid afstraalt op de rest van de beroepsgroep. Maar het is ook in het algemeen belang dat de verzekeringsbranche goed functioneert.’

 

Het Kifid staat zogenaamd onder ministerieel toezicht, doch waaruit dat toezicht blijkt, anders dan een formele goedkeuring van de minister bij de benoeming van haar bestuursleden, hebben wij niet kunnen achterhalen. Het ministeriële toezicht schijnt ons aldus eerder als een mooie vlag te functioneren die perfect dient om deskundige pottenkijkers buiten te houden. Het Kifid is enkele jaren geleden door ons benaderd met de misstand van de ongelijkheid bij klachtenprocedures, maar heeft, na de kwestie nota bene eerst ontkend te hebben, daarin geen rol willen spelen. ( http://amweb.nl/branche-724322/verzekeringsklachten-wil-eindelijk-reactie-van-kifid  ) Een -bewust- gemiste kans, voor een organisatie die zegt het klantbelang centraal te stellen.

 

Het was destijds (2011), dus kort na de oprichting van onze helpdesk al helemaal te optimistisch om te denken dat een open brief  http://www.totaaltransparant.nl/nieuws/open-brief-van-anton-rietveld-aan-verzekeraars/  het gedrag van verzekeraars zou kunnen veranderen. Verzekeraars, zo zei de bestuursvoorzitter van de AFM, ‘komen pas in beweging als zij daartoe door de rechter of door de publiciteit worden gedwongen’. Ons orgaan was destijds nog zo naïef om van de goede intenties van verzekeraars uit te gaan en de woorden van het Verbond te geloven: ‘ Bevindingen ten aanzien van het niet of niet voldoende functioneren van de zelfregulering nemen wij zeer serieus ’ (brief dd. 12 oktober 2011 van het Verbond aan Verzekeringsklachten.nl )

 

Aan het eind van deze on volledige opsomming -wij kunnen méér voorbeelden geven- kunnen wij dan ook maar tot één logische en voorspelbare conclusie komen; de zelfregulering heeft volstrekt geen bestaansrecht (meer). Het is tot een gedrocht verworden wat zo snel mogelijk dient te worden afgeschaft. Te lang is de politiek te naïef geweest om de branche op haar woorden en beloften te geloven. Als verzekeraars er zelf niet in geloven en als de praktijk wat dat betreft al decennia voor zich spreekt, dan kan de politiek niet meer geloofwaardig volhouden dat men verzekeraars nú nog een kans moet geven.

De kogel moet naar onze mening nu door de kerk, het roer moet zo snel mogelijk om zodat consumenten niet langer een speelbal blijven van de grillen van verzekeraars.

 

Wij zouden er daarom een sterk pleit voor willen voeren om de wet- en regelgeving te laten aanpassen, zodat verzekeraars onder onafhankelijk, efficiënt, maar vooral deskundig toezicht komen te staan en de wet zó wordt geformuleerd dat verzekeraars er niet meer omheen kunnen. Het feit dat de AFM nog niet eens wist dat verzekeraars met hun polisvoorwaarden de wet overtraden en zij daar dus nog nimmer onderzoek naar had gedaan, moge voor wat haar deskundigheid betreft, boekdelen spreken. Dan hebben wij het nog niet eens gehad over het feit dat verzekeraars al jaren massaal de Gedragscode voor Expertiseorganisaties overtreden, want ook dáárvan is de AFM volstrekt niet op de hoogte.

 

Wij garanderen u dat de consument met enkele wetswijzigingen weer vertrouwen zal krijgen in de financiële sector. Naar onze stellige overtuiging zijn daarvoor namelijk geen talloze ingewikkelde, doch slechts enkele simpele maar wél ingrijpende veranderingen nodig. Vanzelfsprekend zijn wij desgewenst bereid u dienaangaande van de nodige informatie en documentatie te voorzien.

 

Tenslotte zouden wij uw aandacht willen vragen voor het volgende, wat verband houdt met het voorgaande.

 

Het is helaas van alle tijden dat machtige partijen, als het om veel geld gaat, er niet voor schromen om regelgeving te omzeilen of feiten te manipuleren. De lijst van voorbeelden zou te lang worden, maar het noemen van een paar namen onderstreept het feit dat dit in alle bedrijfstakken voorkomt. Telecomaanbieders met hun kartelvorming, Volkswagen, de bouwfraude, Vestia, de woekerpolissen, het Euriborschandaal, Swissleaks, Panamapapers en nu weer de kartelvorming bij vrachtwagenfabrikanten. Het handelen van verzekeraars getuigt al decennia evenzo van misstanden, waarvan de consument de dupe is.

 

Wij hebben ons afgevraagd hoe het heeft kunnen gebeuren dat men zelfregulering bij verzekeraars (en banken) toegestaan heeft. Iedereen snapt dat daarmee de kat op het spreekwoordelijke spek gebonden wordt, maar tóch is het –corruptiegevoelige- systeem ingevoerd en zijn per jaar honderduizenden consumenten de dupe daarvan, ten faveure van de verzekeraars die schijnheilig roepen het belang van de klant centraal te stellen.

 

De zelfregulering is dus een hoogst merkwaardige gang van zaken en wij hebben daaromtrent enig onderzoek gedaan. Het wekt onze argwaan dat daarover niets concreets te vinden is. Nergens is transparante en logische (politieke) besluitvorming inzichtelijk gemaakt.

 

Dat het zo heeft kunnen ontstaan en nog steeds zo bestaat, kan naar onze mening maar één oorzaak hebben: de lobbymachine van verzekeraars werkt zó gesmeerd dat men in staat is gebleken zand in de ogen van de politiek en van de verantwoordelijken te strooien.

 

Het voordeel van zelfregulering, zo zegt Wikipedia, is dat de sector meer kennis in huis heeft dan de overheid om goede regels te maken. Dit is natuurlijk tegelijk een véél groter nadeel, want zo kunnen verzekeraars via hun lobby de overheid van alles wijsmaken en dat lijkt perfect te zijn gelukt. De minister slikt het alles voor zoete koek omdat hij onvoldoende kennis heeft van de verzekeringspraktijk.

 

In feite heeft de overheid alle controle over de sector verloren, terwijl het maatschappelijk belang juist is gediend met  evenwichtige verhoudingen in de financiële branche. Of, zoals de WRR het formuleert: ‘Overheidstoezicht is een basisinstitutie die de afgelopen decennia steeds belangrijker is geworden bij het verwezenlijken van beleidsdoelstellingen en het borgen van publieke belangen’.

 

Derhalve, maar óók om een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van toekomstig beleid, zouden wij u in overweging willen geven om een parlementaire enquete in te laten stellen naar de totstandkoming en goedkeuring van dit proces van zelfregulering.

 

Graag vernemen wij –digitaal- uw reactie.

 

Met vriendelijke groet,

16 apr., 2024
Geblunder bij schadebehandelaar, casemanager, directielid, fraudecoördinator, expert en onderzoeker
08 mrt., 2024
Maar wél toevallig altijd in het eigen voordeel!
19 feb., 2024
Slechte service en onterecht afwijzen
31 dec., 2023
Beloften niet nakomen, steeds nieuwe trucjes om niet te hoeven betalen
07 dec., 2023
Pas als met rechtszaak wordt gedreigd wordt er ineens betaald
13 nov., 2023
Fraude-coördinator speciale zaken liegt en bedriegt
22 okt., 2023
Bedrog vlak voor de rechtszitting toegegeven
30 sep., 2023
Leugens en bedrog door expert en verzekeraar
21 aug., 2023
Opgepast voor deze discriminatieclub!
16 aug., 2023
Volmacht van ASR rommelt maar wat aan, over ruggen verzekerden
Meer posts
Share by: