Blogopmaak

tijd en noodzaak vervolging van verzekeraarsfraude.

feb. 18, 2018

Het onderstaand bericht was een toelichting bij een aangifte tegen Delta Lloyd Groep NV, welke diende bij de Hoofdofficier van het Functioneel Parket te Amsterdam.

Het is tijd en noodzaak dat de verzekeraar als rechtspersoon eens strafrechtelijk vervolgd gaat worden wegens fraude.

De verzekeringsbranche meent al decennialang door ‘zelfregulering’ onacceptabele en onwettige misstanden buiten de deur te kunnen houden.
In z’n column ‘Verzekeraarscriminaliteit’ in de Telegraaf van 30 maart jongstleden omschrijft Anton Rietveld dit terecht als ‘De slager die z’n eigen vlees keurt’.

Elk jaar weer huilen de assuradeuren liters krokodillentranen als ze weer eens vermelden hoeveel schade ze wel niet lijden door fraude. Bijna een miljard zou het zijn volgens eigen zeggen van de dames en heren assuradeuren. Uit officiele stukken blijkt echter dat deze ‘fraudeschade niet te becijferen is en met definitief vastgestelde fraude ‘slechts’ enkele tientallen miljoenen zijn gemoeid.(*)
Wat de verzekeraars vergeten te vermelden is de gigantische winst die ze genereren uit ten onrechte niet uitgekeerde schade. Met name bij brand- en letselschade valt veel geld te ‘verdienen’ door aansprakelijkheid te ontkennen en/of uitkering van schade te weigeren.
Zelfregulering werkt blijkbaar niet bij de recidiverende verzekeraars. Figerende wetgeving, gedragscodes, tuchtrechtelijke uitspraken en jurisprudentie laten namelijk onverlet dat verzekeraars zichzelf dagelijks schuldig blijven maken aan strafbare feiten.

Oplichting van een verzekeraar of een poging daartoe is frauduleus. Verzekeraars treden hard op tegen fraudeurs. Verzekeringsfraude of verzekeringsbedrog is het handelen met de opzet een verzekeraar te misleiden.
Betrapte fraudeurs kunnen tegenwoordig flinke sancties tegemoet zien. Ze worden geroyeerd door de verzekeraar. Ze lopen de kans dat ze uit alle andere verzekeringen worden gezet. Bovendien komen ze voor minstens vijf jaar op een zwarte lijst te staan: het Fraude Registratie en Informatie Systeem Holland (Fish). Door deze registratie is het heel moeilijk om een nieuwe, betaalbare verzekering af te sluiten. Daar komt bij dat de benadeelde verzekeraar de kosten van het onderzoek op de fraudeur zal verhalen.
In Nederland melden alle verzekeraars de fraude aan het Verbond van Verzekeraars de melding direct door stuurt aan het fraudemeldpunt van Justitie. Zo nodig stelt Justitie strafrechtelijke vervolging in. Het strafrecht wordt dus als aanvullend instrument ingezet
bij de afhandeling van verzekeringsfraude. Verzekeringsfraude is een ernstige inbreuk op de rechtsorde, brengt verzekeringsmaatschappijen grote financiële schade toe en tast tevens de integriteit van het economisch verkeer aan. Om deze ernstige vorm van criminaliteit gezamenlijk en effectief te kunnen bestrijden, hebben politie, justitie en verzekeraars in 2011 een convenant afgesloten: het Convenant Aanpak Verzekeringsfraude. (*)

Fraudeurs gaan dus zowel privaatrechtelijk (onthouding van uitkering, verhaal van kosten) als strafrechtelijk voor de bijl. Tot zover volkomen terecht, echter… wat nu indien een verzekeraar de benadeelde oplicht of een poging daartoe doet door opzettelijk (tegen beter weten in) aansprakelijkheid te ontkennen of uitkering te onthouden?
Laten we de rollen eens omkeren. Merkwaardig genoeg wordt in discussies hierover vaak verwezen naar het feit dat een verzekeringsgeschil een civielrechtelijke aangelegenheid is
waarin geen plaats zou zijn voor de strafrechter. Een zienswijze die i.m.o. pertinent onjuist is,
zeker na het tot stand komen van vorenbedoelde convenant waarvan een reflexwerking dient
uit te gaan: De consument en de verzekeraar mogen elkaar niet bedriegen. De verzekeraar die dit wel doet maakt zich schuldig aan een voor vervolging vatbaar strafbaar feit. Indien de verzekeraars zelf een vrijbrief behouden, op grond waarvan ze straffeloos kunnen blijven doorgaan met het bedriegen van benadeelden, dient het strafrecht integraal te verdwijnen bij ‘verzekeringsgeschillen’ en kan het ‘Convenant Aanpak Verzekeringsfraude in de prullenbak.

Artikel 326 Wetboek van Strafrecht
”Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.”

Bij fraude is opzet een vereiste. Het is algemeen bekend dat het ontkennen van aansprakelijkheid onderdeel uitmaakt van de bedrijfspolicy van verzekeraars, in het bijzonder waar het gaat om (te verwachten) grote schades zoals letselschade. In een documentaire van Zembla wordt dit ook bevestigd door ex-medewerkers van verzekeraars. Ook belangenbehartigers zoals letselschadespecialisten zullen unaniem deze stelling kunnen onderschrijven.
Zo schrijft Juridisch Bureau Letselschade & Gezondheidsrecht bijvoorbeeld::
”’Vaak wil een verzekeraar even polsen of er veel schade is. Als de schade dan hoog blijkt te zijn, wil het nog wel eens voorkomen dat de aansprakelijkheid niet of pas veel later erkend wordt.
Daarom zijn onze letselschadejuristen terughoudend met het verstrekken van die informatie, totdat de aansprakelijkheid wordt erkend!
Tip: Laat u niet door mooie praatjes van de verzekeraars inpalmen.”

De behandeling van letselschade is ingewikkeld en kost veel tijd. Het gebeurt in een periode waarin het slachtoffer al zijn aandacht nodig heeft voor lichamelijk herstel en emotionele verwerking. Daarom alleen al kan de schadebehandeling overkomen als een doolhof zonder uitgang.
Als het overleg met de verzekeraar vastloopt, kan de nasleep een tweede ramp worden in het leven van het slachtoffer. Om dat te voorkomen is de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) ontwikkeld.
De GBL (**) reikt spelregels aan op het gebied van een transparante en harmonieuze schaderegeling. De spelregels in de gedragscode zijn van toepassing op de relaties tussen slachtoffers, verzekeraars en belangenbehartigers.
De GBL beschrijft welke morele waarden en verantwoordelijkheden centraal staan in de behandeling van letselschade en tot welke morele normen zij aanleiding geven. De GBL formuleert die normen als gedragsregels voor alle betrokken partijen.
In de GBL wordt de verzekeraar als deskundige professional aangemerkt en de benadeelde,
als leek, beschouwd als de zwakkere partij.
Bij vaststelling van de aansprakelijkheid in een letselschadetraject spelen waarden als oprechtheid, wederkerigheid, vertrouwen en gelijkwaardigheid.
De verzekeraar neemt binnen drie maanden na ontvangst van de aansprakelijkstelling
een onderbouwd standpunt over de aansprakelijkheid in. De verzekeraar legt haar standpunt duidelijk uit, zeker als zij aansprakelijkheid geheel of gedeeltelijk afwijst.
De verzekeraar wijst de aansprakelijkheid alleen af, indien dat in redelijkheid verdedigbaar is. Tegen beter weten in aansprakelijkheid afwijzen is in strijd met wederkerigheid, oprechtheid (van de bij de letselschade betrokken professional) en vertrouwen (in een professionele organisatie).

De Tuchtraad Financiele Dienstverlening heeft in 2015 bij uitspraak nr. 15-006 (***)
een verzekeraar berispt die met de ontkenning van aansprakelijkheid een niet in redelijkheid te verdedigen standpunt had ingenomen. Het is spijtig dat namen van verzekeraars niet worden genoemd in de tuchtrechtspraak, dat zou de beoogde ‘zelfregulering’ immers alleen maar ten goede komen…

Ingevolge artikel 51 Sr kan middels een juridische fictie een rechtspersoon strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden.
Onder bepaalde omstandigheden zoals door de Hoge Raad uiteengezet in het
Drijfmestarrest (HR 21 oktober 2006, NJ 2006, 328 m.nt. Mevis) kan een gedraging van een natuurlijk persoon (zoals een schadebehandelaar) ‘redelijkerwijs toegerekend’ worden aan een rechtspersoon (i.e. de verzekeringsmaatschappij).
In dat geval wordt de rechtspersoon zelf geacht het strafbare feit begaan te hebben.
De rechtspersoon kan als dader van een strafbaar feit aangemerkt worden indien de
desbetreffende gedraging ‘redelijkerwijs’ aan hem toegerekend kan worden, dit is de
grondslag voor het daderschap van de rechtspersoon. De wet bevat geen maatstaven voor de vaststelling hieromtrent; de wetgever liet het over aan de rechtspraak.
In ons strafstelsel zijn de hoogste boetecategorieën speciaal bestemd voor de rechtspersoon. (categorie 5 en 6: € 82.000,- resp. € 820.000,-) Bedragen die bij stelselmatigheid (recidive) kunnen worden verhoogd.

Ook verzekeraars mogen dus niet liegen en bedriegen, doen ze dit wel, dan dienen ze, net als andere verzekeringsfraudeurs, strafrechtelijk vervolgd te worden. Een dergelijke vervolging dient een groot maatschappelijk doel.

De casus

De 17 jarige Max wordt ruim twee jaar geleden, onderweg naar school, op het fietspad aangereden door een automobilist die uit z’n eigen uitrit komende aan Max geen voorrang verleent.
De automobilist gaf Max z’n visitekaartje en moest er snel vandoor omdat hij volgens eigen zeggen de trein naar Parijs moest halen. De nieuwe fiets van Max was total-loss, z’n kleding zwaar beschadigd, en overal op het lichaam van Max vertoonden zich verwondingen als schaafwonden, een gekneusde teen etc.. ‘s-Avonds kreeg Max hoofdpijn en last van z’n nek.

Na enkele dagen is de veroorzaker van het ongeval terug uit Parijs en wordt het schadeformulier gezamenlijk ingevuld.
Elke eerste jaars rechtenstudent kan met zekerheid zeggen wie aansprakelijk is in dit geval. Wetgeving en jurisprudentie laten aan duidelijkheid niks te wensen over betreffende de aansprakelijkheid bij een aanrijding tussen een motorrijtuig en een fietser of voetganger.
Twee weken na het ongeval ontvangt de moeder van Max een schrijven van de verzekeraar met het verzoek € 400,- eigen risico te voldoen voor de schade ad € 2.500,- aan de auto van verzekerde. ‘Max was immers tegen de auto van verzekerde aangereden’. Dit laatste is niet onjuist, ware het niet dat de auto van de verzekerde geen voorrang verleende en een meter voor de fietsende Max op het fietspad opdook, zoals in het schadeformulier was aangegeven.
Twee dagen later volgt wederom een schrijven van de verzekeraar, waarin deze stelt geen aansprakelijkheid te erkennen. Een telefoongesprek met de behandelende schaderegelaar
van de afdeling Personenschade (!) leerde dat ‘deze al 40 jaar in het vak zat en de stiefvader van Max hem echt niet hoefde te doceren op dit specifieke rechtsgebied.’ Na dit telefoongesprek zond de vader van Max de schadebehandelaar nog een schrijven. Het mocht niet baten; aansprakelijkheid werd niet erkend.

Eerst na inmenging van de Raad van Bestuur van de verzekeraar werden excuses aangeboden en integrale aansprakelijkheid onmiddellijk erkend. ‘Het was allemaal een misverstand, vanzelfsprekend zijn wij aansprakelijk’ zo liet het hoofd juridische zaken weten.
Bedenk hierbij dat de ‘s-avonds opgetreden hoofdpijn en nekklachten hadden kunnen wijzen op een whipless. En dat kan bij een 17 jarige uit een academisch geschoolde familie met goede banen en studieresultaten duur worden voor een verzekeraar, heel erg duur zelfs…
Gelukkig heeft Max geen blijvend letsel overgehouden aan het ongeval en is de schade verder keurig afgewikkeld. Dit neemt echter niet weg dat met het in eerste instantie ingenomen standpunt van ‘niet aansprakelijk’ een strafbaar feit is gepleegd.
Opzettelijk (tegen beter weten in) is hier een niet in redelijkheid te verdedigen standpunt ingenomen. Het oogmerk van dit handelen mag duidelijk zijn.

08 mrt., 2024
Maar wél toevallig altijd in het eigen voordeel!
19 feb., 2024
Slechte service en onterecht afwijzen
31 dec., 2023
Beloften niet nakomen, steeds nieuwe trucjes om niet te hoeven betalen
07 dec., 2023
Pas als met rechtszaak wordt gedreigd wordt er ineens betaald
13 nov., 2023
Fraude-coördinator speciale zaken liegt en bedriegt
22 okt., 2023
Bedrog vlak voor de rechtszitting toegegeven
30 sep., 2023
Leugens en bedrog door expert en verzekeraar
21 aug., 2023
Opgepast voor deze discriminatieclub!
16 aug., 2023
Volmacht van ASR rommelt maar wat aan, over ruggen verzekerden
12 aug., 2023
Liegen over reactietermijnen, dreigen met rechtszaak nodig voor er reactie komt.
Meer posts
Share by: